woensdag 24 maart 2010

Het portretrecht in de schilderkunst





Heeft u wel eens een portret van een geliefde of uzelf laten schilderen? Beroemde schilderijen zijn vaak portretten. Denk aan de Mona Lisa, de “Marilyn”-serie van Andy Warhol en Picasso’s zelfportret uit 1907. Veel kunstenaars (vaak mannen) laten zich inspireren door een vrouw of minnares. Zo is Dora Maar (1907-1997) beroemd geworden als de vrouw en muze die veel door Picasso is geportretteerd. Welke dame is afgebeeld op de “Mona Lisa” is nog steeds niet helemaal onomstreden.

























De portretten die Picasso van Dora Maar maakte, schonk hij haar en voor zover bekend had was Dora Maar verguld met de portretten. Wat nu indien u een schilder een portret laat schilderen en u bent niet tevreden met het resultaat? Of stelt u zich voor dat u wereldberoemd bent, zoals Mick Jagger, en uw portret wordt ongevraagd door een schilder gebruikt.

Wie een portret wil schilderen of verveelvoudigen komt in aanraking met het zogeheten “portretrecht”. Het portretrecht is in de Auteurswet geregeld.


Portet in de zin van de Auteurswet
De eerste vraag is wat we dienen te verstaan onder een portret, in de zin van de Auteurswet? Onder een portret wordt een tekening, schilderij, sculptuur, foto, film of elke andere afbeelding verstaan waarop een persoon op herkenbare wijze staat afgebeeld.

De hoogste rechter in Nederland heeft in de “Breekijzer” (genoemd naar het programma van Pieter Storms die iemand had gefilmd) zaak uitgemaakt dat zelfs als het gelaat van een persoon geheel of gedeeltelijk onherkenbaar wordt gemaakt (bijvoorbeeld door “afbalken”) er toch sprake kan zijn van een portret indien uit de rest van de afbeelding de identiteit van die persoon kan blijken. Een schilderij waarop het gelaat van koningin Beatrix niet zichtbaar is, maar wel haar hermelijnen mantel, een tiara en de kroonjuwelen, wordt dan toch als een portret in de zin van de Auteurswet aangemerkt. Hetzelfde geldt voor een vrij summiere tekening van Balkenende (bijvoorbeeld alleen zijn kenmerkende bril en haar), ook dan zal er al snel sprake zijn van een portret.

Wat vroeger in de schilderkunst een 'tronie' werd genoemd: een kop van een boer, een engel, een dienstmeisje, waar misschien een levend persoon voor heeft model gestaan, maar waar wellicht geen levend persoon in te herkennen is, valt dus niet onder deze definitie.

Inhoud van het portretrecht
Het portretrecht bepaalt kort gezegd dat u zich kunt verzetten tegen publicatie of tentoonstelling van uw portret indien u een redelijk belang hebt. Het portretrecht komt vaak om de hoek kijken bij sporters of andere bekende Nederlanders die zich willen verzetten tegen het gebruik van hun portret voor reclame of andere commerciële doeleinden. Bijvoorbeeld Sven Kramer, Johan Cruijff en Marco van Basten. Vaak vinden ze het gebruik van hun portret alleen goed indien daarvoor betaald wordt. Het is dan redelijk dat ze bezwaar tegen gebruik van hun portret kunnen maken, omdat hun portret immers geld waard is. Onbekende Nederlanders roepen het portretrecht in wanneer bijvoorbeeld erotisch getinte privé foto’s op internet verschijnen.

In opdracht geschilderd portret
In de schilderkunst gaat het veelal om in opdracht geschilderde portretten, de situatie waarbij een opdrachtgever een kunstenaar vraagt een portret te schilderen en daarvoor betaalt. Voor deze situatie is artikel 20 van de Auteurswet van belang. Dit artikel bepaalt dat de schilder zonder toestemming van de opdrachtgever niet bevoegd is het portret (schilderij/foto/sculptuur) tentoon te stellen. Zelfs de nabestaanden kunnen zich nog gedurende tien jaar na het overlijden van de geportretteerde verzetten tegen het tentoonstellen van het schilderij.


Interessant is verder dat op grond van artikel 19 van de Auteurswet degene die de opdracht heeft gegeven tot het maken van een portret (de geportretteerde), dit portret (het schilderij/de foto/de sculptuur) kleinschalig mag reproduceren voor verbreiding in eigen kring zonder dat daarvoor toestemming van de kunstenaar nodig is. Voor commerciële exploitatie echter is nog steeds toestemming van de kunstenaar nodig.

Sjoerd de Vries en het portret van de burgemeester van Leeuwarden
Dat het portretrecht in de praktijk wordt ingeroepen blijkt uit de volgende zaak. Eind 1970 krijgt de Friese kunstenaar Sjoerd de Vries een opdracht van de Gemeente Leeuwarden om oud-burgemeester van Leeuwarden Van der Meulen te portretteren. Het idee van de Gemeente Leeuwarden is om het portret in het stadhuis op te hangen, tezamen met portretten van andere oud-burgemeesters. Van der Meulen poseert vele uren voor Sjoerd de Vries maar is uiteindelijk niet tevreden met het resultaat. Van der Meulen schrijft letterlijk: “De afbeelding is niet overeenkomstig de werkelijkheid, in het bijzonder het onderste gedeelte van het gezicht; de oren zijn te groot; de haarkleur is afwijkend”. Van der Meulen roept met succes het portretrecht in. Of het portret wel of niet goed gelukt is, maakt niet uit. Van der Meulen kan zich op grond van zijn portretrecht verzetten tegen het tentoonstellen van het schilderij. Op 10 oktober 1993 is oud-burgemeester Van der Meulen overleden, pas sinds 10 oktober 2003 – 10 jaar na zijn overlijden - is het door Sjoerd de Vries geschilderde portret te zien in het stadhuis van Leeuwarden. Door het portretrechtgeschil is Sjoerd de Vries ook buiten Friesland bekend geworden als schilder, gek genoeg met een portret dat toen niemand had gezien.

Mick Jagger, Keith Richards rechtszaak over portretrecht
Ook in het geval van een niet in opdracht gemaakt portret kan met succes een beroep worden gedaan op het portretrecht. Het gaat dan bijvoorbeeld om foto’s van een artiest die – zonder dat de artiest daarom gevraagd heeft - tijdens een concert zijn gemaakt. Wel is het dan zaak dat de geportretteerde een “redelijk belang” heeft. Zo deden de Rolling Stones deden met succes een beroep op hun portretrecht. Een Amsterdamse Galerie liet in grote oplage schilderijen en zeefdrukken vervaardigen van portretten van Mick Jagger & Keith Richards. De vennootschap die in Nederland de portretrechten van de Rolling Stones bezit, Musidor B.V., maakte op grond van haar portretrecht met succes bezwaar tegen de handel van de Amsterdamse galerie. De Rechtbank Amsterdam overwoog in een kort geding procedure:


“De voorzieningenrechter is thans op voorhand van oordeel dat op grond van artikel 21 van de Auteurswet Gallery X (opnieuw) inbreuk maakt op het portretrecht van de verschillende leden van The Rolling Stones. Nu de leden van The Rolling Stones hierbij een redelijk belang hebben - er is immers sprake van verzilverbare populariteit - is openbaarmaking van de portretten niet geoorloofd.”


Onbekende personen opgenomen in een kunstwerk, portretrecht?

Maar wat nu als een schilder twee dames die verder geen bijzondere bekendheid genieten, die op een bankje zitten te breien, levensecht en herkenbaar op een schilderij portretteert en in het Stedelijk Museum tentoonstelt? Mag dat zonder hun toestemming?

De vraag is of deze dames een redelijk belang hebben zich tegen het tentoonstellen van dit schilderij te verzetten. Ze zullen moeten kunnen aantonen dat ze op de een of andere wijze in hun belangen zijn aangetast door zo te zijn afgebeeld. Volgens de huidige rechtspraak zal dat, indien de afbeelding niet aanstootgevend of erotisch van aard is, heel lastig zijn. Soms menen geportretteerden dat het de moeite loont om zich te verzetten, omdat ze er van uitgaan dat het redelijk is dat ze als het ware iets meeverdienen aan zo'n afbeelding. Juridisch houdt dit alleen stand indien de geportretteerde “verzilverbare populariteit” heeft. Zeg maar een BNer is. De breiende dames zijn geen BN ers en zullen dus de tentoonstelling moeten accepteren, ondanks het feit dat hen niet om toestemming is gevraagd.


Voor kunstkopers zijn kwesties rond portretrecht vaak vooral interessant als anekdote. Als u een portret mooi vindt, zult u niet zo geïnteresseerd zijn in wat de geportretteerde van het kunstwerk vindt, of ooit vond. In de praktijk speelt het portretrecht vooral indien u uw portret terug ziet in voor u onwelgevallige context. Als u zich bijvoorbeeld laat portretteren door een kunstenaar en u bent niet tevreden over het resultaat, dan heeft u aan het portretrecht niet zoveel. Natuurlijk, u kunt dan besluiten het kunstwerk niet te tonen. Maar daarmee is uw probleem nog niet verholpen. In het geval u een portret van uzelf laat maken door een bekende of minder bekende kunstenaar is het zaak goede afspraken te maken over de prijs en het gewenste resultaat. Kunstenaars vinden het over het algemeen niet fijn om voorgeschreven te worden in hetgeen ze “moeten” maken. Dat is ook niet nodig. U kiest natuurlijk een bepaalde kunstenaar omdat u zijn of haar werk aansprekend vindt. Dat het resultaat goed zal zijn, is dan ook vooral een kwestie van vertrouwen. In de praktijk wordt wel afgesproken dat de kunstenaar voor een bepaald bedrag een portret maakt, en daar bovenop een extra vergoeding wordt betaald indien de opdrachtgever erg tevreden is over het resultaat.

Het is een moderne mythe dat kunstenaars het niet prettig vinden om afspraken te maken, en eigenlijk ook niet in geld geïnteresseerd zouden zijn. Het idee is dan dat topkunstenaars door hogere idealen zouden worden bewogen. Van Rembrandt – algemeen erkend als een van de grootste schilders die hebben geleefd - is bekend dat hij heel zakelijk onderhandelde over de prijs en uitvoering van door hem in opdracht geschilderde portretten. In de tijd van Rembrandt was kunst ook al duur.

Rembrandt rekende voor een portret, omgerekend naar de waarde van nu, ongeveer € 60.000,= ,maar dan kocht je wel een echte Rembrandt. En zelfs dan waren de geportretteerden niet altijd tevreden...


Quirijn Meijnen
advocaat portretrecht
Dit stuk is als artikel verschenen in Studio 2000 Magazine, no 1, 2010 ( http://www.studio2000.nl/ )









Biografie Andy Warhol NY Times