donderdag 27 oktober 2016

Hyperlinken en auteursrecht na het GeenStijl arrest


Hyperlinks en auteursrecht
Is hyperlinken altijd toegestaan?


 
Bron foto: Playboy Auteursrecht foto en maker foto Carli Hermes
Hyperlinken mag toch? Hyperlinks vormen de basis van het internet. Via een hyperlink kan immers van de ene naar de andere pagina “gelinkt” worden. Zou voor het plaatsten van een hyperlink toestemming nodig zijn van de eigenaar van de pagina waar naar toe wordt gelinkt, dan komt het internet “in gevaar”. De hoofdregel is vanouds naar Nederlands recht dan ook dat hyperlinken is toegestaan. 

 
Echter, sinds de arresten Svensson en Geen Stijl /Britt Dekker van het Europese Hof is het niet meer zo simpel als het was. Hieronder zal ik een hele beknopte geschiedenis schetsen van de rechtspraak met betrekking tot hyperlinks waarna ik zal ingaan op het Svensson arrest en het recent gewezen Geen Stijl/Britt Dekker arrest van het Europese Hof van Justitie. Ik zal concluderen dat het er allemaal niet duidelijker op is geworden, maar dat er wel degelijk een lijn in de recente jurisprudentie is te ontwaren. Ik sluit dan ook af met een aantal aanbevelingen voor “goed” hyperlinken.

Hyperlinken is in beginsel toegestaan; de Kranten.com zaak

Zoals gezegd is de hoofdregel naar Nederlands recht dat hyperlinken is toegestaan. Dat is voor het eerst uitgemaakt in de Kranten.com uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van augustus 2000. Op de site www.kranten.com stonden en staan hyeperlinks naar artikelen van Nederlandse kranten. Een aantal Nederlandse kranten vond het “niet kunnen” dat er naar hun online artikelen werd gelinkt. De kranten stelden dat zij reclame inkomsten misliepen nu de artikelen direct (en zonder omringende reclame) konden wordne geraadpleegd en dat er sprake was van auteursrechtinbreuk. Het auteursrechter op de artikelen lag immers bij de kranten. De voorzieningenrechter maakte korte metten met het verhaal van de kranten. De  voorzieningenrechter vond dat hyperlinks niet als een “openbaarmaking” hebben te gelden (maar slechts als een verwijzing), de hyperlinks zijn derhalve niet auteursrechtelijk relevant geacht. Met het plaatsen van hyperlinks was het derhalve niet mogelijk om inbreuk te maken op het auteursrecht. De uitspraak van de Voorzieningenrechter is middels de hierna volgende link te vinden:


Hyperlinken naar illegaal materiaal kan onrechtmatig zijn (maar geen auteursrechtinbreuk) wanneer op grote schaal geen rekening wordt gehouden met de belangen van auteursrechthebbenden; de ZoekMP3 zaak

Zoals altijd zijn er uitzonderingen op de hoofdregel dat het plaatsen van hyperlinks niet onrechtmatig is. Uit de Zoekmp3 uitspraak van het Hof Amsterdam blijkt dat het structureel tonen van hyperlinks die verwijzen naar inbreukmakende mp3 bestanden onrechtmatig is jegens de auteursrechthebbenden op die mp3 bestanden. Het bedrijf Techno Design exploiteerde een zoekmachine (“Zoekmp3) waarmee naar mp3 bestanden kon worden gezocht. De zoekmachine liet vervolgens –als zoekresultaat- een lijst met hyperlinks zien naar de gezochte mp3 bestanden. Het Hof achte de handelswijze van Techno Design onrechtmatig nadat het Hof bewezen had geacht dat Techno Design inkomsten met zoekmp3.nl verwierf door “structureel gebruik te maken van de beschikbaarheid op het ‘World Wide Web’ van ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden, klaarblijkelijk zonder rekening te houden met de belangen van de auteurs- en nabuurrechthebbenden”. Daarmee handelde Techno Design in strijd met de in de maatschappij voorgeschreven zorgvuldigheid tegenover de auteursrechthebbenden en daarmee onrechtmatig. Een link naar het arrest van het Hof volgt hierna:

Uit de Zoekmp3 zaak blijkt dus dat het wel degelijk mogelijk is om onrechtmatig te handelen jegens auteursrechthebbenden door hyperlinks te plaatsten. De grondslag is dan niet een inbreuk op auteursrechten, maar –in het geval van Zoekmp3- het handelen in strijd met de in de maatschappij voorgeschreven zorgvuldigheid tegenover de auteursrechthebbenden.

Het linken naar onrechtmatige informatie is onrechtmatig indien de “hyperlinker” weet dat er naar onrechtmatige informatie wordt gelinkt: de Indymedia/Deutsche Bahn zaak

Ook het linken naar onrechtmatige informatie is onrechtmatig indien degene die hyperlinks heeft geplaatst weet dat de hyperlinks linken naar onrechtmatige informatie. Dit volgt uit de Indymedia/Deutsche Bahn uitspraak (in 2002 geannoteerd door Lodewijk Asscher in Computerrecht). Hieronder de relevante overwegingen van de Voorzieningenrechter







“7. Aan de orde is derhalve thans de vraag of van Indymedia kan worden gevergddat   
zij de hyperlinks, die leiden tot de onrechtmatige informatie, van de onder haar controle staande website(s), verwijdert.

8. Voorshands wordt geoordeeld dat dit van Indymedia kan worden gevergd. Nu Indymedia via haar website gebruikers in staat stelt om informatie op internet te plaatsen, is zij evenals een Internet Service Provider, maar ook evengoed als bijvoorbeeld (de redactie van) een dagblad, in beginsel aansprakelijk voor de met haar bemiddeling geplaatste publicaties, zij het met de geëigende beperkingen. Aangezien Indymedia weet dat enkele op haar website geplaatste hyperlinks leiden tot de onder 1c genoemde door de rechter onrechtmatig geoordeelde artikelen, handelt zij, net als de Internet Service Provider of de krant, onrechtmatig jegens Deutsche Bahn door geen maatregelen te treffen om verspreiding van de onrechtmatige informatie te staken. Daaraan doet niet af dat Indymedia, als persmedium, de gewraakte informatie niet tot haar eigen informatie maakt. De vraag welke vorm van hyperlinken wordt gebruikt is in dit verband niet van belang. Doorslaggevend is dat Indymedia het technisch mogelijk maakt en laat de informatie te bereiken. Of dat nu indirect of direct geschiedt is niet van belang. In dit verband geldt dit te meer nu de begeleidende teksten bij de hyperlinks de lezer ook uitdrukkelijk oproepen naar de onrechtmatige artikelen te gaan en hen daarbij de benodigde instructies geven. De omstandigheid dat de gewraakte informatie ook na het verwijderen van de hyperlinks beschikbaar blijft omdat deze informatie niet op de server van Indymedia staat, neemt het onrechtmatig handelen van Indymedia niet weg en kan aan het voorgaande dus evenmin afdoen.
Niet is ter discussie de toelaatbaarheid van hyperlinks in het algemeen. Het gaat immers om de inhoud van de publicaties waarnaar die hyperlinks toegang bieden.(…)”

Hyperlinks zijn soms wel en soms niet auteursrechtelijk relevant; Het Svensson arrest van het Hof van Justitie van de EU, 13 februari 2014

Tot 13 februari 2014 stond als een paal boven water dat hyperlinks geen openbaarmaking zijn in de zin van de Auteurswet en derhalve niet auteursrechtelijk relevant. Sinds 13 februari 2014, de dag dat het zgn. “Svensson arrest” is gewezen is dit anders. De Svensson zaak is een soort www.kranten.com zaak. Verschil is dat in de Svensson zaak tot aan het Europese Hof is doorgeprocedeerd. Net als in de www.kranten.com zaak gaat het in de Svensson zaak om een website (geexploiteerd door Retriever Sverige AB) waarop een verzameling links staat. In casu naar artikelen van journalisten. De artikelen zijn te vinden en toegankelijk op websites. De journalisten stellen dat Retriever Sverige met het plaatsen van de hyperlinks inbreuk maakt op hun auteursrecht.

In Nederland werd met belangstelling uitgekeken naar het Svensson arrest. Zou het Europese Hof er voor kiezen om een hyperlink niet als auteursrechtelijk relevant te beschouwen? Dit nu een hyperlink slechts de plek op het internet aan wijst waar een bepaalde pagina/werk te vinden is, en er geen sprake is van het openbaar maken van een werk.

Van belang is dat in de Auteursrecht richtlijn niet wordt gesproken over “openbaarmaken” De Europese wetgever en het Europese Hof hanteren een ander begrippenkader dan de Nederlandse wetgever. De Auteursrecht richtlijn hanteert het begrip “mededeling aan het publiek” (hetgeen een geharmoniseerd begrip is).

Uit eerdere rechtspraak van het Europese Hof was al bekend dat er voor een “mededeling aan het publiek” sprake moet zijn van 1) een mededeling en 2) er moet een nieuw publiek worden bereikt.

Toegepast op hyperlinks oordeelde het Europese Hof in het Svensson arrest dat – in de in het arrest aan de orde zijnde geval- er wel sprake was van een mededeling (het geplaatst zijn van een hyperlink). Echter, met de hyperlink werd geen nieuw publiek bereikt. Daarom was er geen sprake van een auteursrechtelijke relevante mededeling aan het publiek. De hyperlinks konden daarom door de beugel (geen sprake van een “mededeling aan het publiek” en daarom niet auteursrechtelijk relevant, en daarom was geen toestemming vereist voor het plaatsen van de hyperlinks).

De omstandigheden van het geval zijn sinds het Svensson arrest van belang voor het al dan niet plegen van auteursrechtinbreuk door het plaatsen van een hyperlink

Hunc? Sinds het Svensson arrest is een hyperlink niet per se meer auteursrechtelijk irrelevant. Een hyperlink wordt in beginsel door het Europese Hof als een (auteursrechtelijk relevante) mededeling aan het publiek beschouwd. De omstandigheden van het geval maken of er inderdaad sprake is van een “mededeling aan het publiek”. In de Svensson situatie waren de artikelen waar naar gelinkt werd met toestemming van de journalisten (de auteurs) al (op het internet) openbaar gemaakt. Met het plaatsen van een hyperlink naar die artikelen werd geen nieuw publiek voor die artikelen bereikt, aldus het Hof. In het Svensson geval mochten de hyperlinks dus geplaatst worden, en konden de journalisten op grond van hun auteursrecht daar geen bezwaar tegen maken.

Hier een link naar het Svensson arrest: 

Hoe nu verder na het Svensson arrest?

Het Svensson arrest riep allerlei vragen op. Wat bijvoorbeeld met het hyperlinken naar content die zonder toestemming van de auteursrechthebbende op het internet is geplaatst. Immers, die content bereikt (ook) via de hyperlink een nieuw publiek; een publiek dat door de auteursrechthebbende nimmer is beoogd. Betekent dat dan dat je wanneer je een hyperlink plaatst moet controleren of hetgeen waar je naar linkt wel met toestemming van de auteursrechthebbende op het internet is geplaatst? Is het wel redelijk om zo’n eis te stellen? De lol van hyperlinken is nu juist het toegang verschaffen naar content waar je zelf niets mee te maken hebt, anders dan dat je anderen graag op die content wil wijzen.

Wiens belangen dienen voor te gaan? Die van de auteursrechthebbenden (intellectuele eigendomsrechten) of die van de gebruikers (vrijheid van meningsuiting en van informatie) of het algemeen belang?

Willens en wetens linken naar illegale content, verificatieplicht voor hyperlinkers met winstoogmerk, Arrest Hof van Justitite EU, 8 september 2016 Geen Stijl/Britt Dekker


In de GeenStijl Britt Dekker zaak werd er door weblog Geenstijl gelinkt naar een Australische website waar naaktfoto’s van Britt Dekker getoond werden.  De naaktfoto’s dienden op het moment van het linken van GeenStijl nog te verschijnen in de Playboy, die ook auteursrechthebbende is van de naaktfoto’s. De link is in 2011door GeenStijl geplaatst en de zaak is uiteindelijk bij het Europese Hof terecht gekomen. Een van de foto's waar het in de zaak om ging is hierboven weergegeven.

Dat Geen Stijl onrechtmatig handelde jegens Playboy was geen onderwerp meer van debat. Indachtig de zoekmp3 rechtspraak was het handelen van Geen Stijl, nu zij wist dat de naaktfoto’s auteursrechtelijk beschermd zijn en Playboy geen toestemming had gegeven voor het tonen van de naaktfoto’s op de Australische website , zonder meer onrechtmatig. 

De vraag die het Hof diende te beantwoorden was of de door GeenStijl geplaatste hyperlinks ook een inbreuk zijn op het auteursrecht van Playboy. De vraag die opdoemt-nu Sanoma/Playboy/Britt Dekker al “gewonnen” hadden is natuurlijk waarom toch doorprocederen? Naast de principiele kwestie zal ook mee hebben gespeeld dat in het geval van auteursrechtinbreuk de verliezende partij (GeenStijl) veroordeeld kan worden in de werkelijke proceskosten ex art. 1019H Rv. Het voorgaande betekent bij winst van Sanoma/Playboy/Britt Dekker de advocaatkosten van Sanoma/Playboy/Britt Dekker door GeenStijl betaalt moeten worden, dat zal al snel om vele tienduizenden euro’s gaan. 

Op 8 september 2016 heeft het Europese Hof van Justitie uitspraak gedaan in de Geen Stijl Media/Sanoma, Playboy & Britt Dekker zaak), hierna ook “het GeenStijl arrest”); ECLI:EU:C:2016:64 


Sinds het Svensson arrest weten we dat het al dan niet met toestemming van de auteursrechthebbende gepubliceerd zijn van een werk (foto/tekst/video/geluid) op het internet bepalend kan zijn voor de beantwoording voor de vraag of er sprake is van een “mededeling aan het publiek”, en derhalve of het plaatsten van een link naar dat werk (content) een auteursrechtinbreuk oplevert.

In het GeenStijl arrest heeft het Europese Hof voor Justitie bepaald dat de wetenschap van het feit dat content zonder toestemming op het internet  is geplaatst van belang is voor de vraag of er al dan niet sprake is van een “mededeling aan het publiek”. Inderdaad een erg subjectief criterium.

In de casus van het GeenStijl arrest zal het niet zo moeilijk zijn om te bepalen dat GeenStijl wetenschap had van het zonder toestemming op het internet geplaatst zijn van de uitgelekte Playboy foto’s van Britt Dekker (de Playboy was nog niet eens verschenen en een commerrcieel bedrijf zoals GeenStijl zou moeten weten dat Playboy foto’s van een naakte Britt Dekker niet met toestemming van Playboy in één file op een server worden geplaatst).
Belangrijk is dat in die gevallen waar geen toestemming is gegeven voor het plaatsten van content op het internet, het met wetenschap van het “illegaal” zijn van die content linken naar die content een auteursrechtinbreuk oplevert.  Immers, zo’n link is een auteursrechtelijk relevante “mededeling aan het publiek”.

Het zal in de praktijk niet heel moeilijk zijn voor een rechter om te oordelen dat er “willens en wetens” is gelinkt naar illegale content daar waar het gaat om linken naar video games, muziek en films. Immers, het is een feit van algemene bekendheid dat zulke content niet “gratis” wordt aangeboden op het internet (uitzonderingen natuurlijk daargelaten).

Daarbij geldt een verificatieplicht voor de “hyperlinker” wanneer met het hyperlinken geld wordt verdiend. De hyperlinker moet zich er dan van vergewissen dat de content waar naar gelinkt wordt met toestemming van de rechthebbenden op het internet is geplaatst. Hier geldt een bewijsvermoeden. Wanneer de content waarnaar gelinkt wordt “illegaal” (zonder toestemming van de rechthebbenden op het internet geplaatst) is, wordt de hyperlinker geacht te weten dat het om illegale content gaat. Het betreft een vermoeden, het staat de hyperlinker natuurlijk vrij om aan te tonen dat hij echt niet bekend was met het illegale karakter van de content. Het zal dan in de praktijk gaan om gevallen waarbij de hyperlinker –achteraf onterecht- mocht afgaan op mededelingen aangaande het met toestemming van de rechthebbende geplaatst zijn van de betreffende content.

In het algemeen geldt dat wanneer degene die hyperlinks heeft geplaatst er mee bekend is gemaakt dat de hyperlinks naar content verwijzen die zonder toestemming van de rechthebbenden op het internet is geplaatst er sprake is van een mededeling aan het publiek. Dit betekent dat wanneer een rechthebbende een hyperlinker er op wijst dat naar “illegale content” is gelinkt, de hyperlinker deze hyperlinks onmiddellijk dient te verwijderen . Immers, doet hij/zij dat niet dan is er sprake van auteursrechtinbreuk nu de hyperlinks (vanwege de notificatie door de rechthebbende) dan een “mededeling aan het publiek”.

Hyperlinken na het Geen Stijl arrest

-->
1.     Hyperlinken mag naar content die met toestemming van de rechthebbende op het internet is geplaatst (geen auteursrechtinbreuk);
2.     Willens en wetens hyperlinken naar content die niet met toestemming van de rechthebbende op het internet is geplaatst mag niet
3.     Wanneer hyperlinks met winstoogmerk worden aangeboden, dient de aanbieder zich er van te verifieren dat de content waarnaar gelinkt wordt met toestemming van de auteursrechthebbende op internet is geplaatst.
4.     Een particulier die naar content hyperlinkt die zonder toestemming van de rechthebbende op het internet is geplaatst, en dat niet weet, verricht geen “mededeling aan het publiek” (geen auteursrechtinbreuk);
5.     Wanneer een particulier  er op is gewezen dat hij/zij linkt naar illegale content, is er sprake van een “mededeling aan het publiek” (auteursrechtinbreuk)

  Amsterdam, 27 oktober 2016