woensdag 24 juni 2015

Supreme Court citeert Spiderman in KIMBLE ET AL . v . MARVEL ENTERTAINMENT, LLC

Supreme Court citeert Spiderman in KIMBLE  ET  AL .  v . MARVEL ENTERTAINMENT, LLC

Licentievergoedingen betalen na verloop van octrooi?

Het Amerikaanse Supreme Court (de hoogste rechterlijke instantie in Amerika) heeft in een uitspraak over Spiderman speelgoed verschillende superheld uitspraken verstopt.

De rechtbank besliste in het voordeel van entertainment bedrijf Marvel die een juridische strijd voerde met Stephen Kimble,  uitvinder van web-shooting speelgoed. De ruzie ging over royalty betalingen voor verlopen patenten.

Kimble verkocht een patent op het speelgoed aan de entertainment bedrijf Marvel in 2001, waarbij de afspraak was  dat hij royalty betalingen zou ontvangen

Marvel stopte met het betalen van royalties meteen nadat het patent was verlopen, Marvel, deed dat onder verwijzing  naar een uitspraak van het US Supreme Court uit 1964, bekend als Brulotte v Thys Co. zaak.

Kimble was het niet eens met het stopzetten van de royaltiebetalingen. De vraag die het US Supreme Court diende te beantwoorden was of Marvel royalty's aan de uitvinder van het speelgoed moest blijven betalen nadat het patent op het speelgoed in 2010 was verstreken.

Volgens Kimble zou het Supreme Court haar eerdere beslissing waaruit volgde dat royalties in het algemeen mag niet worden betaald nadat een patent is verlopen dienen te herzien.

Volgens rechter Kagan kan het Supreme Court inderdaad afwijken van eerdere beslissingen, echter het Hogergerechtshof dient spaarzaam gebruik te maken van deze bevoegdheid.

Het Supreme Court overwoog:

"The parties set no end date for royalties, apparently contemplating that they would continue for as long as kids want to imitate Spider-Man (by doing whatever a spider can),"

De quote verwijst direct naar de tune van een Spide Man aflevering uit  1967 waarin de zin: "Spider-Man, Spider-Man, does whatever a spider can" voorkomt.


Verder overwoog het Supreme Court:

What we can decide, we can undecide. But stare decisis teaches that we should exercise that authority sparingly. Cf. S. Lee and S. Ditko, Amazing Fantasy No. 15: “Spider- Man,” p. 13 (1962) (“[I]n this world, with great power there must also come—great responsibility”).

Het citaat is van oom Ben, die aan een jonge Peter Parker leert om zijn superkrachten verstandig te gebruiken (uit  Amazing Fantasy No. 15 , de strip waar Spider Man voor het eerst in voorkomt.

Kimble heeft in totaal meer dan zes miljoen dollar aan royalty inkomsten ontvangen van Marvel voor het gebruik van zijn speelgoed.

Quirijn Meijnen

dinsdag 16 juni 2015

Sextape uitgelekt?! Advocaat media over portrechtrecht, auteursrecht en strafrecht. Eerste hulp bij wraakporno

In de jaren '90 had je Pamela Anderson en Tommy Lee, in de jaren '00 Paris Hilton met "one night in Paris". Nu is er ophef over een sextape van Patricia Paay, die waarschijnlijk helemaal niet bestaat. Een uitgelekte sextape hoeft geen probleem te zijn. Voor zover mij bekend heeft het de carrières van Pamela Anderson, Paris Hilton en Tommy Lee niet echt geschaad. Maar ik kan mij voorstellen dat het niet echt leuk is.

Het verhaal van "One night in Paris" is er één van ongekende brutaliteit. Rick Salomon (de man met wie Hilton in de film was) leek het een goed idee om het filmpje van hun gezellig samenzijn als video/dvd uit te brengen. Hilton was uiteraard "not amused". Hilton maakte publiekelijk bekend dat ze tijdens het filmen "out of it" was (stoned/dronken). Volgens Rick Salomon was dat niet waar, en hij klaagde Hilton aan wegens "defamation" (smaad). Hilton stelde vervolgens een tegenclaim in en eiste dat de film uit de handel zou worden gehaald. 

Uiteindelijk hebben Hilton en Salomon de zaak buiten rechte geregeld (geschikt). Het schijnt dat Hilton $ 400.000,= aan de schikking overhield, plus waarschijnlijk inkomsten uit de tape (die nog steeds in de handel is, en waarvan de rechten tegenwoordig bij Vivid Entertainment liggen). 

Maar goed, we zijn niet allemaal Paris Hilton of Tommy Lee. Wat te doen indien geconfronteerd met het geplaatst zijn op het internet van een filmpje dat privé had moeten blijven, althans wat jou betreft.

1. is bekend wie de film gemaakt heeft? 

Dit lijkt voor zich te spreken, maar het is mogelijk dat heimelijk opnamen zijn gemaakt waarvan de in de film afgebeelde personen geen weet hadden. Is bekend wie het filmpje heeft gemaakt  dan lijkt het mij onrechtmatig jegens de in de film afgebeelde personen om slordig om te springen met de film, in die zin dat de film ooit "op internet" of anderszins openbaar gemaakt wordt. Ook al heeft de maker in kwestie niet zelf de film "op internet" gezet, mijn inziens dient de maker van zo'n film te voorkomen dat zo'n film uitlekt. Mocht de film toch uitlekken dan kan de maker aangesproken worden uit hoofde van onrechtmatige daad.

2. Ook al is niet duidelijk wie het filmpje op het internet heeft gezet, de in het filmpje afgebeelde persoon (indien die herkenbaar in het fimpje is afgebeeld) kan zich altijd beroepen op het portretrecht (artt. 19 t/m 21 van de Auteurswet). 

Er zijn dan twee situaties. Indien het filmpje in opdracht is gemaakt, dan is voor publicatie zonder meer toestemming van de afgebeelde persoon nodig. Dit toestemmingsvereiste geldt niet alleen voor derden (websites, etc.), maar ook voor de filmmaker zelf. Als een film niet in opdracht is gemaakt, mag het in beginsel vrijelijk worden gebruikt, tenzij een redelijk belang van de in de film afgebeelde persoon  zich daartegen verzet. Dan is toestemming vereist. Bij wraakporno zal er vrijwel zeker altijd sprake zijn van een redelijk belang van de in het filmpje afgebeelde persoon.

3. Indien vast staat dat er sprake is van inbreuk op het portretrecht, dan is de vraag wie aan te spreken op grond van het portretrecht?

Allereerst kan het medium waarop het filmpje openbaar is gemaakt aangesproken worden (Facebook, twitter, een website). Sommige sites zullen zich verschuilen achter een "hosting" verhaal (zo'n site stelt zich dan op het standpunt dat het niet weet wat er allemaal op haar site wordt geplaatst, en slechts een doorgeefluik is, en daarom niet aansprakelijk zou zijn). 

Het is daarom verstandig om ook altijd een "notice and take down" melding te doen bij de website. Je attendeert met zo'n melding de site op het filmpje en vraagt de site het filmpje meteen te verwijderen. 

Lukt dit, dan is je eerste doel bereikt, het filmpje staat niet meer online. De vraag of de website slechts een hosting provider was, kan dan later in een eventuele procedure aan de orde komen.

Naast het medium die het filmpje heeft verspreidt is degene die het filmpje online heeft gezet (die veelal ook de maker van het filmpje zal zijn)  ook aansprakelijk op grond van het portretrecht. 

Het is verstandig om altijd zowel het medium als degene die het filmpje heeft verspreidt aan te spreken.


Schadevergoeding Het is -in het geval er sprake is van een schending van portretrecht -ook mogelijk om een schadevergoeding te vorderen. Indien u een BN er bent of anderszins "verzilverbare populariteit' heeft, kan een aanzienlijke vergoeding gevorderd worden. Het criterium is dan het bedrag dat je had kunnen vragen indien toestemming voor het filmpje had gegeven. Ben je niet zo bekend dan kun je "immateriële schade" vorderen a.g.v. de portretrechtsschending. In Nederland zijn de toegekende bedragen niet heel hoog. Echter, in het geval van wraakporno zijn vergoedingen van EUR 10K plus zeker mogelijk. Daarnaast kan vermogensschade gevorderd worden, bijvoorbeeld indien je door het filmpje opdrachten bent misgelopen of je baan bent kwijtgeraakt, zo'n vergoeding kan ook al snel aardig oplopen.

Strafrecht
Degene die zonder toestemming van de in het filmpje afgebeelde persoon het filmpje openbaar maakt begaat een overtreding (art. 35 Auteurswet), welke overtreding is gesanctioneerd met een geldboete van de vierde categorie.

Was je ten tijde van het maken van het filmpje minderjarig dan geldt dat het verspreiden van seksuele afbeeldingen van minderjarigen op zichzelf al een strafbare handeling is, ongeacht of er toestemming is. In  zulke situaties, kan strafrechtelijke vervolging op grond van het vervaardigen en/of verspreiden van kinderpornografie (artikel 240b Sr) plaatsvinden. Bij filmpjes van minderjarigen gaat het dus altijd om onrechtmatig handelen.


Voormalig minister Ivo Opstelden gaf in antwoord op kamervragen d.d. 19 december 2014 nog het volgende aan. In zaken met minderjarige slachtoffers komt het regelmatig voor dat via het eenmaal in bezit gekregen kinderpornomateriaal waarop het slachtoffer zelf staat afgebeeld, druk wordt uitgeoefend op het slachtoffer om bijvoorbeeld meer en verdergaand materiaal te leveren. In dergelijke gevallen kan het openbaar ministerie die druk of dwang als een verzwarende omstandigheid binnen de tenlastegelegde zedenfeiten zoals (enige handeling met) kinderporno, grooming (art. 248e Sr), verleiding (art. 248a Sr) of aanranding (art. 246 Sr) ten laste leggen. Ook kan vervolging plaatsvinden op grond van de algemene strafbaarstelling van het uitoefenen van dwang (art. 284 Sr). 
 
Het maken en verspreiden van seksuele afbeeldingen van een meerderjarige met diens toestemming is op zichzelf niet strafbaar. Uitsluitend indien de beelden als aanstootgevend voor de algemene eerbaarheid zijn aan te merken en worden tentoongesteld, ongevraagd toegezonden of op een openbare plaats worden aangeboden, kan vervolging op grond van pornografie plaatsvinden (art. 240 Sr). 
 
Vaak wordt het beeldmateriaal door volwassenen vrijwillig gemaakt en afgestaan. Indien de beelden vervolgens zonder toestemming via het internet worden verspreid, bijvoorbeeld uit wraak, kunnen deze handelingen tot strafrechtelijke vervolging leiden op grond van belediging (art. 266 Sr), smaad (art. 261 Sr) en, indien er feiten worden verkondigd die in strijd zijn met de waarheid, laster (art. 262 Sr). 

In het geval de beelden niet vrijwillig zijn gemaakt of afgestaan, biedt het strafrecht verschillende (aanvullende) beschermingsmogelijkheden. Indien de beelden heimelijk worden gemaakt, kan een beroep worden gedaan op de strafbaarstelling van het gebruik van een verborgen camera in een woning of een andere niet openbare plaats (art. 139f Sr). Het openbaar maken van een afbeelding die heimelijk is gemaakt, is eveneens strafbaar (art. 139g Sr). Wanneer de beelden onder druk tot stand worden gebracht, kan dit een strafbare gedraging in de sfeer van het algemeen dwangdelict opleveren (art. 284 Sr). Indien het beeldmateriaal bij de rechthebbende is weggenomen via het binnendringen van een computer kan sprake zijn van computervredebreuk (art. 138ab Sr).


Quirijn Meijnen

Advocaat 

dinsdag 9 juni 2015

De drie grootste misverstanden over auteursrecht




Onlangs bezocht ik Design District (www.designdistrict.nl) het vakevenement voor interieur architectuur en design. Dit evenement was in Zaandam en toen ik met de trein aankwam viel mij meteen het Intell Hotel met de Zaanse huisjes op. Als advocaat auteursrecht moet je dan toch onwillekeurig even denken aan de plagiaat beschuldiging van architect Sjoerd Soeters aan het adres van architect Wilfried van Winden. In het pendelbusje naar Design District zocht ik op mijn telefoon naar info over het mediastormpje dat alweer vijf jaar geleden auteursrechtliefhebbers en architecten bezig hield. 


Op Archined vond ik een artikel van Piet Vollaard dat m.i. de kwestie goed samenvat en waarbij ook brieven van Soeters en het bureau van Van Winden zijn opgenomen. Het artikel is hier te vinden. Maar goed we dwalen af.

Op Design District sprak ik veel meubelontwerpers, interieurarchitecten en verkopers. Opvallend is dat vrijwel iedereen ooit te maken heeft gekregen met het gekopieerd zijn van een meubel, idee of interieur. In hoeverre er juridisch iets tegen te doen zou zijn geweest is de vraag. Echter, wat mij opviel is hoeveel misverstanden er over auteursrecht en advocaten bestaan. Hieronder de grootste misverstanden.



1. als ik een meubel, interieur, lamp, etc. op drie, vier, vijf, etc.  punten aanpas, dan is er geen sprake meer van een kopie en “mag” het.

Helaas voor degene die kopieert en gelukkig voor de ontwerper, dat is onjuist. Het gaat bij het auteursrecht niet zozeer om de verschillen (en zeker niet de aantallen verschillen), het gaat om de gelijkenis. Waarbij geldt, dat hoe origineler een ontwerp, hoe eerder een rechter zal aannemen dat een kopie te veel op het origineel lijkt.

2. Ik heb mijn auteursrecht niet gedeponeerd, dus er is toch niets tegen namaak te doen.

Jammer!

Het leuke van auteursrecht is dat het automatisch ontstaat. Je hoeft –behalve een origineel ontwerp te maken- helemaal niets te doen om auteursrecht te verkrijgen. Het is fijn indien –achteraf- valt te bewijzen dat je op een bepaalde datum een bepaald ontwerp gemaakt hebt, maar dat is een kwestie van bewijsrecht. Het is daarom wel aan te bevelen ontwerpen/schetsen, etc. te dateren en te bewaren. Een goed archief kan goud waard zijn. Wat ook helpt is je ontwerpen te fotograferen op een beurs, tentoonstelling, etc. zodat onafhankelijk vast staat dat je op een bepaalde datum een bepaald ontwerp hebt gemaakt.

3. Er wordt zoveel gekopieerd, er valt toch niets tegen te doen.

Naast deze ietwat fatalistische gedachte hoor ik de laatste tijd ook vaak de “open source” variant: “ik geloof in “open source” en niet in auteursrecht, iedereen moet alles van elkaar kunnen gebruiken”. Uiteraard is het ieder zijn goed recht om een “open source” auteursrecht na te streven, in de zin dat er geen auteursrecht meer zou bestaan. Echter, op dit moment bestaat het auteursrecht en dat is niet voor niets. Als ontwerper of exploitant van een licentie verdien je je geld nu eenmaal met ontwerpen of het exploiteren van een licentie. Indien er geen auteursrecht zou bestaan, en iedereen zomaar je ontwerpen zou mogen gebruiken, betekent dit dat je overgeleverd bent aan de goedheid van de mensen voor wat betreft de vergoeding die mensen voor je ontwerpen willen betalen. Je moet m.i. wel een erg positief mensbeeld hebben om te denken dat je dan nog kunt rondkomen. Mocht je als ontwerper miljoenen verdienen met de auteursrechten op een fantastische stoel of lamp en je voelt je daar niet goed bij, maak je geen zorgen, dan kun je dat geld altijd nog doneren aan een of ander goed doel.

Dat er niets te doen zou zijn tegen namaak en kopieën is simpelweg niet waar. Vrijwel elke dag dient er ergens in Nederland een kort geding om te voorkomen dat nagemaakt speelgoed, meubels, software etc. op de markt komt. Leuk is dat indien de rechter je in het gelijk stelt, de namaker de in redelijkheid gemaakte advocaat kosten dient te betalen.

Ten slotte hoor ik vaak: “een advocaat is te duur voor mij”. Een advocaat is niet goedkoop. Maar de vraag zou natuurlijk moeten zijn wat levert een goede advocaat op? Er zijn legio voorbeelden van zakenpartners met een leuk idee en een leuk bedrijf die uiteindelijk (soms jarenlang) ruzie krijgen over wat van wie is. Goede afspraken voorkomen dure ruzies. Het lijkt leuk om “in goed vertrouwen” allerlei zaken te regelen. Jammer is alleen dat partijen –achteraf- vaak een heel ander beeld hebben van wat is afgesproken en/of wat redelijk is. Het tijdig raadplegen van een advocaat voorkomt veelal dat verwachtingen over en weer uit elkaar lopen en kostbare geschillen ontstaan. Daarbij kan een advocaat ook zaken bespreekbaar maken die partijen bij het aangaan van een samenwerking niet graag op tafel leggen, zoals hoe gaan we weer uit elkaar indien een van de partijen dat wenst.

Weer terug naar Design District. Was er nog iets moois te zien? Opvallend vond ik dat de trend naar industrieel, industrieelst een beetje voorbij lijkt. Het lijkt nu toch vooral industrieel te zijn met een wat zachter/persoonlijker tintje. Enfin, er was erg veel moois te zijn.  Hieronder een kleine selectie:

De tegels en tableaus van José den Hartog: 


2014//TEKENING IN ONDERGLAZUUR
2014//DRAWING IN MULTICOLOUR UNDERGLAZE
CA. 180 X 60 CM bron




















De Ginger Blimp Chandelier van Studio Molen


 Het bankje uit de NY metro verkrijgbaar bij http://gjaltproducties.nl/