De ICO (Initial Coin Offering) is een innovatieve manier om
investeringen aan te trekken voor een project of onderneming. De Minister van Financiën
acht het goed mogelijk dat ICO’s onder Financieel
toezicht staan.
2017 was voor het grote publiek het jaar van de Bitcoin. In
ieder geval is 2017 het jaar dat de Blockchain definitief doorbrak. Veel
bedrijven die een toepassing ontwikkelen voor de blockhain halen geld op via
een ICO. De eerste(en een van de bekendste) ICO’s is Ethereum. Deze sale werd met een bericht van Vitalik
Buterin op zijn blog als volgt aangekondigd:
Bij de ether sale konden bitcoins worden omgeruild voor
ethers. 1 bitcoin gaf recht op 2000 ethers. De prijs van Bitcoin was rond
juli/augustus 2014 gemiddeld 600 dollar. De prijs van ether was dan ca .30
dollarcent. De prijs van ether is op het moment van schrijven van deze blog $
670,=. Uit de koers blijkt dat het Ethereum project door “de markt” als
succesvol wordt beoordeeld. Interessant is dat Ethereum”maar” 14 miljoen dollar ophaalde in Bitcoins. Filecoin
haalde 257 miljoen dollar op met haar ICO. Hieronder een lijst met
verschillende ICO’s en de bedragen die ze hebben opgehaald.
Overigens hoeven we geen medelijden te hebben met Ethereum.
De Ethereum foundation, gevestigd in Zug, Zwitzerland heeft 800 duizend ether
is in beheer. Met de huidige koers is dat zo’n 536 miljoen dollar.
Dat Vitalik Buterin als plek voor de Ethereum foundation Zug,
Zwitzerland heeft gekozen heeft geleid tot Crypto Valley https://cryptovalley.swiss/ . Veel
Blockchain bedrijven, waarvan de meesten veel geld hebben opgehaald middels een
ICO, zijn in Zug gevestigd:
- Bancor[2]
- Status[3]
- Bitcoin Suisse AG
- Crypto AG
- Ethereum
Project
- Monetas
- SweePay[4]
- Xapo
- Tezos Foundation[5]
- BOS Platform
Foundation[6]
Anders dan veel mensen denken zijn ICO’s wel degelijk gereguleerd. In the space gaat het verhaal dat
het “makkelijk” zou zijn om in Zug een ICO vorm te geven. Echter, ook in Zug (net als in Nederland) dient een ICO (terecht) aan (heel veel) voorschriften te voldoen.
Op dit moment is in de praktijk naar Nederlands recht vooral
de vraag relevant of een cryptocurrency kwalificeert als een "financieel
instrumen" in de zin van de Wft. Het begrip "financieel instrument" is gedefineerd in bijlage 1, deel C van de
MIFID-richtlijn. De enige categorie in die definitie die crypto tokens relevant kan
zijn, is die van “effect”. Effecten zijn:
“Alle categorieen op de kapitaalmarkt verhandelbare waardepapieren, betaalinstrumenten
uitgezonderd, zoals: a) aandelen in vennootschappen en andere met aandelen in
vennootschappen, partnerships of andere entiteiten gelijk te stellen
waardepapieren, alsmede
aandelencertificaten;
b) obligaties en andere schuldinstrumenten, alsmede certificaten betreffende
dergelijke effecten; c) alle andere waardepapieren die het recht verlenen die
effecten te verwerven of te verkopen of die aanleiding geven tot een
afwikkeling in contanten waarvan het bedrag wordt bepaald op grond van
effecten, valuta's, rentevoeten of rendementen, grondstoffenprijzen
of
andere indexen of maatstaven.”
Houd er rekening mee dat de MiFID
zal worden vervangen door MiFID II (Richtlijn 2014/65 / EU van 15 mei 2014 betreffende
markten voor financiële instrumenten) die 3 januari
2018 van kracht wordt.
MiFID II gebruikt dezelfde
definitie van een " transferable
security" (“effect”) als de MiFID.
De definitie van een beveiliging in MiFID II is te vinden in Art. 4 (1) (44)
Bitcoin een financieel instrument?
Bitcoin is een pure valutatoken. Een
betaalinstrument is expliciet vrijgesteld van de definitie van een effect in
art. 4 (1) (18) MiFID. Voor deze vrijstelling is het niet nodig dat Bitcoin
voldoet aan alle drie algemeen aanvaarde economische criteria van een reguliere
valuta: rekeneenheid, opslag van waarde en betaalwijze. In plaats daarvan hoeft
Bitcoin alleen maar te vallen onder de engere categorie van “betaalmiddelen”. Deze omvatten alle liquide
betaalmethoden zoals contant geld en cheques. Het HvJEU kwalificeerde Bitcoin ([1] HvJ EU, Hedqvist,
C-264/14, EU:C:2015:718, para. 42.) als een "contractueel betaalmiddel".
Bovendien oordeelde het HvJEU ook t.a.v. de Bitcoin "It
is common ground that the ‘bitcoin’ virtual currency is neither a security conferring a
property right nor a security of a comparable nature."[1].
Opgemerkt moet worden dat de zaak EHvJ Hedqvist betrekking had op de
btw-behandeling van Bitcoins, en niet op regulering van de effecten. Echter, nu
beargumenteerd kan worden dat Bitcoins meer lijken op betaalinstrumenten (die
expliciet vrijgesteld zijn van de definitie van financieel instrument) dan
effecten, zullen Bitcoins hoogstwaarschijnlijk niet kwalificeren als een
"financieel instrument" onder EU recht. Overigens zijn de meeste
Amerikaanse juristen er het over eens dat Bitcoins onder de Amerikaanse effectenwetgeving niet als
effecten worden beschouwd.
Crypto tokens een
effect in de zin van de Wft?
De formele criteria om te kwalificeren als een “effect” zijn
overdraagbaarheid; standaardisatie; en verhandelbaarheid. Verder moet de
uitgegeven entiteit (zoals een crypto-token) vergelijkbaar zijn met een lijst
met voorbeelden, zoals aandelen of obligaties. Houd er rekening mee dat geen
geregistreerd document of certificaat nodig is om als “effect” te kwalificeren.
Er is discussie tussen wetenschappers of een uitgegeven eenheid (zoals een
crypto-token) een juridisch eigendomsbelang dient te vertegenwoordigen in een vennootschap/investering
vehikel of – zoals de “rekkelijken” betogen-
het alleen gaat over een positie die vergelijkbaar is met een aandeelhouder vanuit
een economisch perspectief. Uiteindelijk zal op Europees niveau duidelijkheid moeten komen daar in de Wft de MiFID is geïmplementeerd.
Een uitgebreide en recente studie betreffende studie naar de status van
cryptotokens als financieel instrument (in het Engels) is hier te vinden:
De Minister van Financiën acht het mogelijk dat crypto tokens
als financieel instrument kwalificeren.
Op 5 september 2017 beantwoordde de
Minister van Financien Dijsselbloem een aantal kamervragen betreffende o.a. Bitcoin
en Ethereum.
Hieronder de relevante Kamervragen
(gesteld door de Leijten en Hijink (beiden SP) over het bericht “AFM
waarschuwt voor cryptocurrencies als bitcoins en ethers”, ingezonden op 28 juni 2017)met de
antwoorden:
De complete kamervragen met
antwoorden zijn via onderstaande link te downloaden:
Vraag 4
Klopt het dat de bitcoin onder geen enkel garantiestelsel of toezicht
staat? Zijn er virtuele munten waarbij dit wel het geval is? In hoeverre
ervaart u dit als probleem?
Vraag 5
Hoe kijkt u aan tegen de mogelijkheid om de bitcoin, bijvoorbeeld in de
hoedanigheid van rekeneenheid, onder de Wet financieel toezicht (Wft) te
brengen?
Beantwoording vraag 4 en 5
Virtuele valuta, waaronder de bitcoin, vallen niet onder een
depositogarantiestelsel noch onder de reikwijdte van financiële toezichtwetgeving. Op dit moment zie ik daartoe ook geen
aanleiding gezien de beperkte omvang van de markt in virtuele valuta, anders dan toezicht op het gebru ik van virtuele valuta in het kader van
witwaspraktijken en terrorismefinanciering.
Met betrekking tot toezicht op het gebruik van virtuele valuta in het
kader van witwaspraktijken en terrorismefinanciering zullen in de toekomst
mogelijk platforms voor het omwisselen en zogenaamde custodian wallet providers
onder de verplichtingen van de vierde anti - witwasrichtlijn vallen en uit dien
hoofde onder toezicht komen te staan. Daartoe heeft de Europese Commissie in
juli 2 016 een richtlijnvoorstel gepresenteerd. Dit richtlijnvoorstel, dat
strekt tot wijziging van de vierde anti - witwasrichtlijn, zou ertoe leiden dat
deze platforms en custodian wallet providers verplicht worden om cliëntenonderzoek te verrichten en om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financiële
inlichtingen eenheid (FIU). Omdat aan virtuele valuta een hoog
integriteitrisico is verbonden, is het kabinet in beginsel een voorstander van
dit voorstel.
Overigens staat de uitgifte van virtuele valuta - via een zogenaamde
Initial Coin Offering (ICO) - momenteel in de belangstelling van
(inter)nationale toezichthouders. De discussie hierover wordt door mij en
toezichthouders AFM en DNB met belangstelling gevolgd. Vanwege het
grensoverschrijdende karakter van virtuele valuta is het wenselijk om in
Europees verband hier aandacht aan te besteden. De AFM heeft dit onderwerp dan
ook bij de Europese Effectenmarkttoezichthouder ESMA geagendeerd. Ten aanzien
van de situatie in Nederland geldt dat wanneer de aangeboden virtuele valuta
kunnen worden gekwalificeerd als een effect in de zin van de Wft, deze onder
het effectentoezicht vallen. Daarmee zouden onder meer het aanbieden,
bemiddelen en verhandelen van dergelijke virtuele valuta binnen het
effectenrecht vallen. Het is afhankelijk van de omstandigheden en de specifieke
kenmerken van een ICO wanneer hiervan sprake is. Afhankelijk van de
ontwikkelingen sluit de AFM niet uit dat zij ook op nationaal niveau met een
kwalificatie komt van ICO’s naar Nederlands recht, waarbij zij meer duiding kan geven onder welke omstandigheden de Wet op het
Financieel Toezicht (Wft ) van toepassing kan zijn.
Conclusie
Een ICO is een
veelbelovende –met
crowdfunding vergelijkbare- manier om geld
aan te trekken voor een project
of onderneming. Om geld op te halen worden crypto tokens/ crypto currencies
uitgegeven. De kans is aanwezig dat deze crypto currencies als een effect
kwalificeren en dat de Wet
op het Financieel Toezicht (Wft ) van toepassing is. Naar verwachting zal de Autoriteit
Financiële Markten in 2018 meer duidelijkheid geven over de
omstandigheden waaronder de Wet op het Financieel Toezicht (Wft ) van
toepassing is op ICO’s en cryptotokens.
Overigens is de vraag of de Wft van toepassing is op een ICO /crypto token een
van de vele vragen die spelen bij het lanceren van een nieuwe ICO/cryptotoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten