dinsdag 9 juni 2015

De drie grootste misverstanden over auteursrecht




Onlangs bezocht ik Design District (www.designdistrict.nl) het vakevenement voor interieur architectuur en design. Dit evenement was in Zaandam en toen ik met de trein aankwam viel mij meteen het Intell Hotel met de Zaanse huisjes op. Als advocaat auteursrecht moet je dan toch onwillekeurig even denken aan de plagiaat beschuldiging van architect Sjoerd Soeters aan het adres van architect Wilfried van Winden. In het pendelbusje naar Design District zocht ik op mijn telefoon naar info over het mediastormpje dat alweer vijf jaar geleden auteursrechtliefhebbers en architecten bezig hield. 


Op Archined vond ik een artikel van Piet Vollaard dat m.i. de kwestie goed samenvat en waarbij ook brieven van Soeters en het bureau van Van Winden zijn opgenomen. Het artikel is hier te vinden. Maar goed we dwalen af.

Op Design District sprak ik veel meubelontwerpers, interieurarchitecten en verkopers. Opvallend is dat vrijwel iedereen ooit te maken heeft gekregen met het gekopieerd zijn van een meubel, idee of interieur. In hoeverre er juridisch iets tegen te doen zou zijn geweest is de vraag. Echter, wat mij opviel is hoeveel misverstanden er over auteursrecht en advocaten bestaan. Hieronder de grootste misverstanden.



1. als ik een meubel, interieur, lamp, etc. op drie, vier, vijf, etc.  punten aanpas, dan is er geen sprake meer van een kopie en “mag” het.

Helaas voor degene die kopieert en gelukkig voor de ontwerper, dat is onjuist. Het gaat bij het auteursrecht niet zozeer om de verschillen (en zeker niet de aantallen verschillen), het gaat om de gelijkenis. Waarbij geldt, dat hoe origineler een ontwerp, hoe eerder een rechter zal aannemen dat een kopie te veel op het origineel lijkt.

2. Ik heb mijn auteursrecht niet gedeponeerd, dus er is toch niets tegen namaak te doen.

Jammer!

Het leuke van auteursrecht is dat het automatisch ontstaat. Je hoeft –behalve een origineel ontwerp te maken- helemaal niets te doen om auteursrecht te verkrijgen. Het is fijn indien –achteraf- valt te bewijzen dat je op een bepaalde datum een bepaald ontwerp gemaakt hebt, maar dat is een kwestie van bewijsrecht. Het is daarom wel aan te bevelen ontwerpen/schetsen, etc. te dateren en te bewaren. Een goed archief kan goud waard zijn. Wat ook helpt is je ontwerpen te fotograferen op een beurs, tentoonstelling, etc. zodat onafhankelijk vast staat dat je op een bepaalde datum een bepaald ontwerp hebt gemaakt.

3. Er wordt zoveel gekopieerd, er valt toch niets tegen te doen.

Naast deze ietwat fatalistische gedachte hoor ik de laatste tijd ook vaak de “open source” variant: “ik geloof in “open source” en niet in auteursrecht, iedereen moet alles van elkaar kunnen gebruiken”. Uiteraard is het ieder zijn goed recht om een “open source” auteursrecht na te streven, in de zin dat er geen auteursrecht meer zou bestaan. Echter, op dit moment bestaat het auteursrecht en dat is niet voor niets. Als ontwerper of exploitant van een licentie verdien je je geld nu eenmaal met ontwerpen of het exploiteren van een licentie. Indien er geen auteursrecht zou bestaan, en iedereen zomaar je ontwerpen zou mogen gebruiken, betekent dit dat je overgeleverd bent aan de goedheid van de mensen voor wat betreft de vergoeding die mensen voor je ontwerpen willen betalen. Je moet m.i. wel een erg positief mensbeeld hebben om te denken dat je dan nog kunt rondkomen. Mocht je als ontwerper miljoenen verdienen met de auteursrechten op een fantastische stoel of lamp en je voelt je daar niet goed bij, maak je geen zorgen, dan kun je dat geld altijd nog doneren aan een of ander goed doel.

Dat er niets te doen zou zijn tegen namaak en kopieën is simpelweg niet waar. Vrijwel elke dag dient er ergens in Nederland een kort geding om te voorkomen dat nagemaakt speelgoed, meubels, software etc. op de markt komt. Leuk is dat indien de rechter je in het gelijk stelt, de namaker de in redelijkheid gemaakte advocaat kosten dient te betalen.

Ten slotte hoor ik vaak: “een advocaat is te duur voor mij”. Een advocaat is niet goedkoop. Maar de vraag zou natuurlijk moeten zijn wat levert een goede advocaat op? Er zijn legio voorbeelden van zakenpartners met een leuk idee en een leuk bedrijf die uiteindelijk (soms jarenlang) ruzie krijgen over wat van wie is. Goede afspraken voorkomen dure ruzies. Het lijkt leuk om “in goed vertrouwen” allerlei zaken te regelen. Jammer is alleen dat partijen –achteraf- vaak een heel ander beeld hebben van wat is afgesproken en/of wat redelijk is. Het tijdig raadplegen van een advocaat voorkomt veelal dat verwachtingen over en weer uit elkaar lopen en kostbare geschillen ontstaan. Daarbij kan een advocaat ook zaken bespreekbaar maken die partijen bij het aangaan van een samenwerking niet graag op tafel leggen, zoals hoe gaan we weer uit elkaar indien een van de partijen dat wenst.

Weer terug naar Design District. Was er nog iets moois te zien? Opvallend vond ik dat de trend naar industrieel, industrieelst een beetje voorbij lijkt. Het lijkt nu toch vooral industrieel te zijn met een wat zachter/persoonlijker tintje. Enfin, er was erg veel moois te zijn.  Hieronder een kleine selectie:

De tegels en tableaus van José den Hartog: 


2014//TEKENING IN ONDERGLAZUUR
2014//DRAWING IN MULTICOLOUR UNDERGLAZE
CA. 180 X 60 CM bron




















De Ginger Blimp Chandelier van Studio Molen


 Het bankje uit de NY metro verkrijgbaar bij http://gjaltproducties.nl/






Geen opmerkingen:

Een reactie posten