Het nieuwe Auteurscontractenrecht, wat zijn de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe Auteurswet en de wet op de Naburige rechten
Andy Warhol, polaroids of celebrities |
Per 1 juli 2015 is het nieuwe auteurscontractenrecht van
toepassing. Daartoe is de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten op een
aantal punten gewijzigd.
Het nieuwe auteurscontractenrecht, de makers aan zet
Het nieuwe auteurscontractenrecht heeft als doel de contractuele positie
van auteurs (ontwerpers, componisten, fotografen, etc.) en uitvoerende
kunstenaars (muzikanten) te verbeteren ten opzichte van de exploitanten van hun
werk (uitgevers, platenmaatschappijen).
De idee is dat kunstenaars voor het toegankelijk maken van hun werk voor
het publiek vaak (te) afhankelijk zijn van (muziek)uitgevers,
platenmaatschappijen en andere exploitanten. Het nieuwe auteurscontractenrecht
poogt iets te doen aan de ongelijke uitgangspositie van maker en uitgever. Naar
verwachting zullen een groot aantal standaardcontracten in de muziekbranche en
uitgeverij op de schop gaan. Hoe het nieuwe auteurscontractenrecht in de
praktijk zal uitpakken zal de tijd moeten leren.
Hieronder de belangrijkste wijzigingen.
Akte-eis voor exclusieve licentie
Het auteursrecht kon altijd alleen al middels een akte geldig worden
overgedragen –en dus niet mondeling- (art. 2 Auteurswet). Voor het verlenen van
een exclusieve licentie (toestemming) tot gebruik van een auteursrechtelijk
beschermd werk (bijvoorbeeld het exclusief (met uitzondering van andere
partijen en de maker zelf) op de markt brengen van een roman, compositie, etc.)
geldt nu ook de akte-eis. Dit betekent dat een mondeling overeengekomen
exclusieve licentie niet meer geldig is.
Een niet exclusieve licentie (bijvoorbeeld het recht verlenen om een
bepaalde foto te gebruiken, terwijl dit recht ook aan anderen gegeven kan
worden) kan nog steeds mondeling worden overeengekomen.
Recht op een billijke vergoeding
Een maker (tekstdichter, ontwerper, schrijver) of uitvoerend kunstenaar
die zijn werk/prestatie laat exploiteren door een uitgeverij,
platenmaatschappij, muziekuitgeverij of andere exploitant (zij het door een
overdracht van rechten danwel licentieverlening) heeft recht op een billijke
vergoeding. Partijen moeten in beginsel zelf de hoogte van de vergoeding
overeenkomen. Het is aan partijen om een vergoeding overeen te komen. Echter,
-achteraf- kan een rechter oordelen dat een overeengekomen niet billijk is/was.
Interessant is hoe tegen een royaltievergoeding aangekeken zal worden. Een
royaltievergoeding loopt immers (al dan niet na aftrek van bepaalde kosten) mee
met de opbrengsten/het succes van een (muziek) werk, en is in die zin mijn
insziens inherent billijk. Wat billijk is, is aan de rechter. Wel dien je als
maker te stellen waarom een vergoeding niet billijkt zou zijn. Het laatste
woord over war een billijke vergoeding in de praktijk behelst is nog niet
gesproken.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan straks bij amvb de
hoogte van de billijke vergoeding vaststellen voor een bepaalde sector en
periode. De minister dient rekening te houden met het behoud van de culturele
diversiteit, de toegankelijkheid van cultuur, doelstellingen van sociaal beleid
en de belangen van de consument.
Bestsellersbepaling
Auteursrechthebbenden (makers, ontwerpers, programmeurs) en uitvoerende
kunstenaars (artiesten, producers) hebben een wettelijk recht op een
aanvullende redelijke vergoeding als er een groot verschil is tussen de
vergoeding en de opbrengsten van de exploitatie van het werk. Het verschil
tussen de oorspronkelijke vergoeding die een auteur heeft ontvangen (een
programmeur ontvangt bijvoorbeeld een lump sum voor het programmeren van een
app) dient een “ernstige onevenredigheid” te vertonen met de
uiteindelijke opbrengsten van de exploitative van een/zijn werk. Om bij het
voorbeeld van de app te blijven. Indien een programmeur een bedrag van EUR 2.500,=
heeft ontvangen voor het programmeren van een app en de opbrengst van de app
(die middels een uitgever is gedistribueerd) is EUR 1.000.000,- dan is er mijn
inziens sprake van een “ernstige onevenredigheid”. Het klassieke voorbeeld is
de schrijver die voor een luttel bedrag zijn rechten op een boek verkoopt, en
vervolgens (dus) niet meedeelt in de opbrengsten wanneer het boek een
bestseller wordt. Voor het nieuwe auteurscontractenrecht kon zo’n schrijver
zich hooguit op imprevision (gewijzigde omstandigheden) beroepen, waarbij
succes zeker niet verzekerd was. Door het nieuwe auteurscontractenrecht moet
het voor zo’n schrijver mogelijk zijn om toch mee te delen in de opbrengsten
van de bestseller (welke opbrengsten vroeger dus vrijwel volledig ten goede
kwamen aan de uitgever, indien geen royaltie vergoeding per verkocht boek was
overeengekomen). In hoeverre een royaltievergoeding te laag zal worden
geoordeeld in verhouding tot de opbrengsten zal de toekomst moeten uitwijzen.
Door muziekuitgevers en platenmaatschappijen worden de ontwikkelingen rond het
nieuwe auteurscontractenrecht met grote belangstelling gevolgd.
Non-usus bepaling
Nog een leuke (voor de maker, componist, tekstdichter, uitvoerend
kunstenaar) is de non-usus bepaling. Op grond van de non-usus bepaling kan een
maker/uitvoerend kunstenaar een exploitatieovereenkomst ontbinden als de
exploitant het auteursrecht of naburig recht niet ten gelde maakt binnen een
redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst. Uiteraard zal de
exploitant voordat ontbonden kan worden eerst een redelijke termijn moeten
worden geboden om alsnog tot (succesvolle) exploitatie over te gaan. Als
(muziek) uitgever moet je dus wel iets doen met de rechten die je hebt. Het
nieuwe auteurscontractenrecht is verstrekkend. Zelfs een auteursrechtoverdracht
kan met de non usus bepaling in de hand ongedaan worden gemaakt, zelfs tegen
derden. Nu de maker geen contractuele band meer kan hebben met de eigenaar van
het auteursrecht op het werk (dat de maker ooit gecreëerd heeft) heeft de wetgever
een bepaling opgenomen in de Auteurswet (art. 25 E lid 7) dat de
rechter een dwangsom kan opleggen (een bepaalde boete per dag) indien de houder
van het (terug) te leveren auteursrecht op grond van de non-usus bepaling) het
auteursrecht niet terug levert.
Filmauteurscontractenrecht
De belangrijkste makers van een filmwerk(in ieder geval
scenarioschrijver, regisseur en hoofdrolspelers )krijgen recht op een
proportionele vergoeding als zij hun rechten overdragen aan de producent van
het filmwerk. Het recht op een proportionele vergoeding geldt voor iedere vorm
van uitzenden, waaronder ook kabeldoorgifte. Deze vergoeding wordt verplicht
collectief geïncasseerd via de collectieve belangenorganisaties Norma Lira en Vevam.
Vernietigbaarheid onredelijke bedingen en bepalingen in platencontracten, uitgeverij overeenkomsten en andere exploitatie-overeenkomsten
Duidelijker dan het in het nieuwe artikel staat kan bijna niet.
Hieronder wordt het nieuwe artikel 25f integraal weergegeven:
Artikel 25f
1. Een beding dat voor een onredelijk lange of onvoldoende bepaalde
termijn aanspraken op de exploitatie van toekomstige werken van de
maker inhoudt, is vernietigbaar.
2. Een beding dat, gelet op de aard en inhoud van de overeenkomst, de
wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, de wederzijds
kenbare belangen van partijen of de overige omstandigheden van het
geval, voor de maker onredelijk bezwarend is, is vernietigbaar.
3. Indien door de wederpartij is bedongen dat de overeenkomst
tussentijds kan worden opgezegd, geldt deze bevoegdheid onder gelijke
voorwaarden eveneens voor de maker.
In de Memorie van Toelichting zijn als voorbeelden van (hoogst
waarschijnlijk) onredelijk bezwarende bedingen genoemd een bepaling waarbij
royalty’s worden gebaseerd op brutobedragen waarop onbeperkt aftrekposten,
zoals promotiekosten en dergelijke, in mindering kunnen worden gebracht, zodat
netto niets aan de maker wordt uitgekeerd . Ook is genoemd de bij platencontracten
wel voorkomende verplichte aansluiting bij een bepaalde aan de
platenmaatschappij gelieerde muziekuitgever hoogstwaarschijnlijk
onredelijk bezwarend. Bepalingen waarbij een platenmaatschappij rechten claimt
op Buma/Stemra uitkeringen die voor de tekstdichter/artiest bedoeld zijn, zijn
naar alle waarschijnlijkheid ook onredelijk bezwarend. De bepalingen over
vernietigbaarheid van de onredelijk bezwarende bedingen zijn alleen van
toepassing in het geval de maker zijn auteursrecht (of een gedeelte daarvan)
heeft overgedragen en wanneer hij/zij een exclusieve licentie heeft
verleend. De bepaling is van dwingend recht en heeft terugwerkende kracht. Deze
bepaling is een feest voor makers. Er zijn veel (standaard)
uitgeefovereenkomsten met onredelijk bezwarende bepalingen voor auteurs,
tekstdichters, etc. Al deze (oude) uitgeefovereenkomsten kunnen nu tegen de
loep gehouden worden.
Open Acces bepaling
De bepaling wordt hieronder volledig weergegeven:
Artikel 25fa
De maker van een kort werk van wetenschap waarvoor het onderzoek geheel
of gedeeltelijk met Nederlandse publieke middelen is bekostigd, heeft het recht
om dat werk na verloop van een redelijke termijn na de eerste openbaarmaking
ervan, om niet beschikbaar te stellen voor het publiek, mits de bron van de
eerste openbaarmaking daarbij op duidelijke wijze wordt vermeld.
Op grond van de “open access” bepaling kunnen wetenschappelijke
artikelen door de auteurs “online” worden gezet. Dit kon natuurlijk altijd al.
Echter, problemen ontstonden indien een artikel aan een (gezaghebbend)
tijdschrift werd aangeboden voor publicatie. Wetenschappers willen nu eenmaal
vanwege de status die dat oplevert graag publiceren in “peer review”
tijdschriften. Vervelend voor de wetenschappers is dat zo’n tijdschrift veelal
het exclusieve publicatierecht op het artikel bedingt. De nieuw “open access”
bepaling geeft een oplossing voor dit probleem. De auteur(s) van een artikel
mogen het artikel- enige tijd nadat de publicatie in een wetenschappelijk
tijdschrift is gepubliceerd (zodat de uitgever ook wat kan verdienen) – op
grond van deze nieuwe dwingendrechtelijke bepaling “online” zetten. Dit
ongeacht de afspraken die met de uitgever zijn gemaakt. De bepaling is
gerechtvaardigd nu het gaat om artikelen die geheel of gedeeltelijk met
Nederlandse publieke middelen zijn bekostigd. De memorie van toelichting zegt
dat ‘werk van personen in dienst van een universiteit of ander door de overheid
gefinancierde onderzoeksinstelling wordt geacht geheel of gedeeltelijk met
openbare middelen te zijn bekostigd.’ Het voorgaande betekent dat in ieder
geval alle artikelen en bijdragen (voor zover geen boeken) geschreven door
universitaire medewerkers onder de regeling vallen. Na hoeveel tijd kan een
auteur zijn eigen artikel online zetten? Het lijkt veilig om uit te gaan van 12
maanden, maar onder omstandigheden zou eerder online zetten ook moeten kunnen.
Auteursrecht fictief maker (artikel 7 & 8 Auteurswet) is nu wel vatbaar voor beslag en valt in de failliete boedel
Was onder het oude Auteursrecht (tot 1 juli 2015) het auteursrecht dat toekomt aan de maker van een werk niet vatbaar voor beslag, in de nieuwe Auteurswet geldt deze regeling alleen voor natuurlijke makers. Het voorgaande is vooral van belang voor software in faillissement. In de oude Auteurswet viel software ontwikkeld in een vennootschap buiten het faillissement ingevolge het feit dat op grond van artikelen 7 & 8 Auteurswet ook een vennootschap als maker kon worden aangemerkt. Op deze regeling is door verschillende schrijvers kritiek geuit, echter het was wel geldend recht. Onder de huidige (nieuwe) Auteurswet kunnen alleen natuurlijke personen een beroep doen op de regeling van artikel 2 lid 3 Auteurswet
Hierboven zijn kort de belangrijkste wijzigingen weergegeven. Er zijn
uitzonderingen. Een belangrijke is dat het nieuwe auteurscontractenrecht niet
geldt voor vennootschappen. Echter, een kunstenaar die zijn werk heeft
ondergebracht in een b.v. zou volgens de kamerstukken een beroep kunnen doen
-via 6:248 BW (redelijkheid en billijkheid) -op de reflexwerking van het nieuwe
auteurscontractenrecht opgenomen in de Auteurswet.
Quirijn Meijnen
Het wetsvoorstel zoals aangenomen door de Eerste kamer is hier te vinden
De memorie van toelichting op het nieuwe auteurscontractenrecht is hier te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten